op
een wijnfles, een wijnglas, een kartonnen doos, een bord
de batterie
mijn hoofd, na al die gesprekken, al dat rumoer en vooral de bovenbuurman, die geen sloefen wenst te dragen
woorden van menig premier & president
holtes
de koude helft van het bed
een plek in je hart
de kas en ik vergeet veel te gemakkelijk de vele hongerige magen
een enter tussen twee alinea’s
een bus of trein die niemand interessant genoeg vond
het ijle oneindige
ha ja, de ruimte (houston? hoor je mij?)
een wei
dwarrelende herfstbladeren
het vallen van een speld
bestaat het wel?
leegte
[ ]