verbrande aarde, asgrijze hemel, zwartgeblakerde groenten, elk jaar die donkere apocalyps, die ons te gronde brengt, de een al jankend op de grond, de ander die een diepe kuil graaft en Australië om hulp roept, vrouwen die duizend weesgegroetjes drammen, en iemand die zelfs overweegt om de vergadering te afgelasten, die herfst toch alweer, die verorberaar van daglicht, maar dan, eerst een blank wollig deken, in de verte, ja, lekker zacht en ruim plek voor iedereen, met veegjes azuurblauw erboven, dreef met een simpel gebaar alle grauwte weg, en maakte plaats voor schijnsel, de lucht gevuld met knus huiskamerwarmte, alle herfstkruinen rondom laaiden op een muur van zachte gloed, de onderdrukten stonden rechtop en gaapten ernaar, en als dat nog niet genoeg was, bracht een regenboog ons hulde, met steeds meer focus, steeds gebogender, daar stonden we oogverblind naar te kijken, die avond (of was het ochtend?), en als bij wonder had niemand een camera bij
(kiekjes van 14/11)